Welkom bij een nieuwe blog! Ik ben Simone van Olst, en vandaag wil ik iets speciaals met jullie delen. Naast het fysieke werk met hamer en beitel in mijn geliefde steen, is er een andere, stillere maar minstens zo belangrijke bron van inspiratie en kennis in mijn leven als beeldhouwer: mijn boekenkast. Die staat vol met schatten – monografieën, kunsthistorische werken, technische handboeken, en filosofische bespiegelingen over kunst. Boeken zijn voor mij stille mentoren, vensters naar andere tijden en werelden, en een onuitputtelijke bron voor mijn eigen ‘interne databank’ van ideeën en vormen.
Daarom start ik vandaag een nieuwe serie op deze blog: "Uit Mijn Boekenkast: Inspiratie voor Steenbeeldhouwers", omdat het schrijven van mijn blog over het boek ''Mix and Stir: New Outlooks on Contemporary Art from Global Perspectives'' van Helen Westgeest en Kitty Zijlmans mij (en jullie) zo veel plezier gaf. In deze serie wil ik af en toe een boek uitlichten dat mij persoonlijk heeft geraakt, gevormd, of nieuwe perspectieven heeft geboden, en waarvan ik denk dat het ook jou als kunstenaar of kunstliefhebber kan inspireren.
| En welk boek kan ik beter als eerste kiezen dan een werk dat een revolutie teweegbracht in de manier waarop we in de 20e eeuw naar kunst gingen kijken? Ik heb het over "Vision and Design" van de Engelse kunstcriticus en schilder Roger Fry, oorspronkelijk gepubliceerd in 1920. Misschien heb je er wel eens van gehoord, misschien ook niet. Maar geloof me, de ideeën in dit boek, hoe ‘oud’ ook, hebben nog steeds een verrassende relevantie, zeker voor ons als beeldhouwers. Ze hielpen een jonge generatie kunstenaars, waaronder grootheden als Henry Moore en Barbara Hepworth, om zich los te maken van tradities en hun eigen, moderne vormentaal te vinden. En ze kunnen ook ons vandaag nog helpen om met frisse ogen naar ons eigen werk en de wereld om ons heen te kijken. Wie was Roger Fry? Een korte introductie tot een invloedrijke stem Voordat we in het boek zelf duiken, even kort iets over de man erachter. Roger Fry (1866-1934) was een spilfiguur in de Engelse kunstwereld van het begin van de 20e eeuw. Hij was zelf schilder, maar zijn grootste invloed had hij als criticus, tentoonstellingsmaker en lid van de beroemde Bloomsbury Group (samen met o.a. Virginia Woolf en E.M. Forster). |
"Vision and Design" is een verzameling van Fry's essays, geschreven over een periode van ongeveer twintig jaar. Wat deze essays bindt, is Fry's revolutionaire benadering van kunstwaardering. In een tijd waarin kunst vaak werd beoordeeld op basis van de mate van realisme, de schoonheid van het onderwerp, of de morele boodschap, kwam Fry met een radicaal ander perspectief. Hij stelde dat de ware esthetische ervaring niet voortkomt uit wát er is afgebeeld, maar hoe het is afgebeeld.
- Significant form (Betekenisvolle vorm). Voortbouwend op ideeën van zijn vriend en collega-criticus Clive Bell, legde Fry de nadruk op wat Bell "significant form" noemde. Dit houdt in dat de esthetische emotie die een kunstwerk oproept, primair wordt veroorzaakt door de formele kwaliteiten ervan: de lijnen, de kleuren (hoewel minder relevant voor ons als steenbeeldhouwers, maar denk aan de kleur van de steen zelf!), de massa's, de volumes, de ruimte, het ritme, de compositie. Het onderwerp of de mate van naturalistische weergave is secundair. Een Afrikaans masker, een kindertekening, een Perzisch tapijt of een schilderij van Cézanne konden, volgens Fry, allemaal een diepe esthetische respons oproepen, puur op basis van hun formele kwaliteiten.
- Voorbij het anekdotische. Fry pleitte voor een ‘onbaatzuchtige contemplatie’ van de vorm. Hij wilde dat we leerden kijken naar een kunstwerk omwille van de vorm zelf, los van de praktische, emotionele of intellectuele associaties die het onderwerp normaal gesproken oproept. Een schilderij van een appel was niet interessant omdat het een appel was, maar vanwege de manier waarop de kunstenaar de ronde vorm, de textuur, de relatie tot andere objecten had weergegeven.
- Een universele taal van vorm. Door de focus te verleggen naar formele elementen, opende Fry de deur naar een veel bredere waardering van kunst uit verschillende culturen en periodes. De rigide hiërarchie van de Westerse academische kunst, met zijn nadruk op de Grieks-Romeinse traditie, werd ter discussie gesteld. "Primitieve" kunst, kinderkunst, toegepaste kunst – ze konden allemaal gewaardeerd worden om hun expressieve formele kwaliteiten.
Dit was een bevrijdende gedachte! Het betekende dat kunstenaars niet langer gebonden waren aan het zo natuurgetrouw mogelijk weergeven van de werkelijkheid. Ze kregen de vrijheid om te experimenteren met vorm, kleur en compositie, om hun eigen innerlijke visie uit te drukken.
Stel je voor: je bent een jonge, ambitieuze beeldhouwstudent in Engeland in de jaren '20 van de vorige eeuw, zoals Henry Moore of Barbara Hepworth. De kunstacademies zijn nog grotendeels gedomineerd door traditionele opvattingen, door het kopiëren van gipsmodellen naar klassiek voorbeeld, door een nadruk op anatomische correctheid en een geïdealiseerde weergave van de menselijke figuur. En dan lees je de essays van Roger Fry, of je hoort zijn lezingen. Wat een verademing moet dat zijn geweest!
- Bevrijding van de traditie. Fry's ideeën gaven jonge kunstenaars als Moore en Hepworth een intellectueel en esthetisch kader om zich los te maken van de verstikkende academische tradities. Ze hoefden niet langer alleen maar te streven naar een perfecte nabootsing; ze mochten de vorm zélf onderzoeken.
- Focus op formele kwaliteiten in sculptuur. Voor beeldhouwers betekende dit een hernieuwde aandacht voor massa, volume, de spanning van een lijn, de relatie tussen solide vorm en lege ruimte (negatieve ruimte!), de textuur van het materiaal. Het ging niet alleen om wát je uitbeeldde, maar hóe je dat deed in drie dimensies.
- "Truth to Materials" (Eerlijkheid ten opzichte van het Materiaal). Hoewel dit principe niet exclusief van Fry is, sloten zijn ideeën over de focus op vorm perfect aan bij de opkomende belangstelling voor ‘direct carving’ (het direct hakken in steen of hout, zonder tussenkomst van een gipsmodel dat later door assistenten werd uitgevoerd) en ‘truth to materials’. Als de formele kwaliteiten van het werk centraal staan, dan worden de inherente eigenschappen van het materiaal – de hardheid, de textuur, de kleur, de structuur van steen of hout – een integraal onderdeel van die formele expressie. De kunstenaar ging een dialoog aan met het materiaal, in plaats van het louter te gebruiken om een vooropgezet idee te imiteren.
- Inspiratie uit niet-Westerse kunst. Fry's brede waardering voor kunst uit alle culturen moedigde Moore en Hepworth (en vele anderen) aan om inspiratie te zoeken buiten de geijkte Westerse canon. Ze bestudeerden met grote interesse Afrikaanse, Oceanische en precolumbiaanse sculptuur in musea zoals het British Museum. Ze zagen daar een directheid, een formele kracht en een spirituele diepgang die hen enorm aansprak en die hen hielp hun eigen, moderne vormentaal te ontwikkelen. Fry's "Vision and Design" legitimeerde deze interesse en bood een manier om deze werken te begrijpen en te waarderen op hun eigen merites.
Je kunt je voorstellen dat de ideeën in "Vision and Design" voor Moore en Hepworth als een katalysator werkten. Het gaf hen de permissie en de intellectuele onderbouwing om te experimenteren, om hun eigen fascinatie voor de pure vorm, voor de kwaliteiten van steen en hout, en voor de kracht van "primitieve" kunst, voluit te exploreren. Het hielp hen om de weg te vinden naar die iconische, organische en tegelijkertijd abstracte sculpturen waar ze zo beroemd mee zijn geworden.
Is een boek uit 1920 nog relevant vandaag? Absoluut! Hoewel het pure formalisme van Fry en Bell soms bekritiseerd is omdat het te weinig aandacht zou hebben voor de sociale, politieke of persoonlijke context van kunst, blijven de kernideeën over het belang van vorm en compositie overeind.
- Fundament voor abstracte kunst. Fry's nadruk op formele kwaliteiten heeft mede de weg geplaveid voor de acceptatie en ontwikkeling van abstracte kunst. Zonder die verschuiving in het kijken, zou de abstracte sculptuur zoals we die nu kennen, veel moeilijker een plek hebben gevonden.
- Essentieel voor kunstonderwijs. De vaardigheid om een kunstwerk te analyseren op zijn formele elementen – hoe is het opgebouwd, hoe zijn de lijnen, vlakken, volumes, kleuren, texturen gebruikt? – is nog steeds een basisvaardigheid in elke kunstopleiding. Fry leerde ons om aandachtig en kritisch te kijken.
- Een breder kunstbegrip. Zijn pleidooi voor de waardering van kunst uit alle culturen en periodes, inclusief kindertekeningen en "toegepaste" kunst, heeft bijgedragen aan een veel inclusiever en rijker kunstlandschap.
- De dialoog tussen vorm en inhoud. Hoewel Fry de nadruk legde op vorm, betekent dat niet dat inhoud irrelevant is. Maar zijn perspectief helpt ons om te zien hoe vorm en inhoud onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, hoe de formele keuzes van een kunstenaar de betekenis en de impact van een werk bepalen.
Voor ons als (steen)beeldhouwers die vandaag de dag werken, biedt "Vision and Design" nog steeds een schat aan bruikbare inzichten:
- Versterk je visie op vorm en ruimte. Fry's ideeën dwingen je om heel bewust na te denken over de pure, driedimensionale kwaliteiten van je werk. Hoe verhouden de massa's zich tot elkaar? Welke rol speelt de lege ruimte (de negatieve vorm) in en rond je beeld? Creëer je een interessant ritme van lijnen en vlakken? Voor steenbeeldhouwers, die vaak werken vanuit een massief blok, is het cruciaal om niet alleen te denken aan wat je weghaalt, maar ook aan de vorm die overblijft en de ruimte die je daarmee activeert.
- Verdiep je materiaalgevoel. Door de focus op formele kwaliteiten, word je aangemoedigd om de inherente eigenschappen van jouw gekozen steensoort – de kleur, de adering, de textuur, de manier waarop het licht vangt of absorbeert – te zien als een actief onderdeel van de expressie. Je gaat een diepere dialoog aan met de steen, en laat het materiaal zelf meespreken in de uiteindelijke vorm.
- Creëer voorbij het anekdotische. Fry’s perspectief kan je helpen om je werk een diepere, meer universele resonantie te geven. In plaats van alleen een herkenbaar onderwerp uit te beelden, kun je zoeken naar de onderliggende abstracte vormen, de ritmes, de spanningen die een bredere emotionele of esthetische snaar raken. Een portret in steen wordt dan meer dan een gelijkenis; het wordt een studie in volume, licht en psychologische aanwezigheid.
- Ontwikkel jouw eigen "significante vorm". "Vision and Design" moedigt je aan om te experimenteren en te ontdekken welke specifieke formele kwaliteiten voor jou het meest expressief zijn. Welke lijnen, welke volumes, welke texturen in steen stellen jou in staat om jouw unieke visie en gevoelens over te brengen? Het gaat om het vinden van jouw eigen, authentieke sculpturale taal.
- Vul je interne databank bewust. Door te leren kijken zoals Fry het propageerde – met aandacht voor de formele elementen – train je je oog en vul je je interne ‘databank’ met een rijkdom aan visuele informatie. Je leert structuren, verhoudingen en composities te analyseren en te onthouden, wat je enorm kan helpen bij het ontwikkelen van je eigen ideeën.
Voor mij persoonlijk was (en is) het gedachtegoed van Roger Fry, al dan niet direct via zijn boek, een belangrijke bevestiging van mijn eigen neiging om te focussen op de kracht van de vorm zelf, op de poëzie van lijn en volume, op de huid van de steen. Het helpt me om mijn intuïtieve keuzes te onderbouwen en te verfijnen.
Kunstboeken in het algemeen spelen een cruciale rol in mijn atelier en in mijn eigen ontwikkeling. Ze zijn mijn stille metgezellen.
- Vensters naar de wereld. Ze bieden toegang tot kunst die ik misschien nooit in het echt zal zien, tot culturen en periodes ver buiten mijn eigen ervaring.
- Bronnen van kennis. Ze verschaffen context, achtergrondinformatie, technische details, en analyses die mijn begrip verdiepen.
- Dialogen met meesters. Een monografie over een kunstenaar die ik bewonder, voelt als een persoonlijk gesprek, een kans om te leren van hun zoektocht, hun oplossingen, hun doorzettingsvermogen.
- Brandstof voor inspiratie. Soms is het bladeren door een boek, het zien van een onverwacht beeld of het lezen van een treffende zin, precies de vonk die ik nodig heb om een nieuw idee te krijgen of een creatieve blokkade te doorbreken.
- Lesmateriaal. In mijn cursussen en lezingen gebruik ik vaak kunstboeken om voorbeelden te laten zien, om concepten te illustreren, en om studenten aan te moedigen hun eigen visuele referentiekader te verbreden.
Mijn boekenkast is een levend archief, een verlengstuk van mijn ‘interne databank’, en ik hoop met deze nieuwe blogserie af en toe een pareltje eruit met jullie te kunnen delen.
Roger Fry's "Vision and Design" is misschien niet het makkelijkste boek om te lezen, en sommige van zijn ideeën zijn in de loop der tijd verder ontwikkeld of genuanceerd. Maar de kernboodschap – het belang van aandachtig kijken naar de formele kwaliteiten van kunst, het waarderen van vorm om de vorm – is nog steeds van onschatbare waarde. Het leert ons een fundamentele vaardigheid die elke kunstenaar, en zeker elke beeldhouwer, nodig heeft: het vermogen om te zien. Zien wat er is, zien wat er mogelijk is, en zien hoe je dat met jouw gekozen materiaal – in ons geval, die prachtige, levende steen – tot uitdrukking kunt brengen.
Met een vormrijke en creatieve groet,
Simone van Olst
Beeldhouwatelier Simone van Olst, Leiden
RSS Feed