Vormstudie hoeft niet altijd met potlood en papier te beginnen. Sterker nog: soms helpt het juist om het tekenen even los te laten, zodat je vanuit een andere invalshoek leert kijken, denken en voelen. In deze blog ontdek je hoe je vormonderzoek op alternatieve manieren kunt benaderen, hoe je je creatieve proces vrijer maakt, en waarom het oordeel over je eigen schetsen misschien wel de grootste blokkade is die je kunt opheffen.
Misschien verrast het je, maar ook zonder een enkele lijn te tekenen, kun je een diepgaand vormonderzoek doen. Zo kan fotografie een krachtige ingang zijn: door een reeks foto's te maken van een object of een landschap, krijg je zicht op contouren, ritme en verhouding.
Ook collages bieden onverwacht veel mogelijkheden. Door stukken papier of afbeeldingen uit tijdschriften te knippen en opnieuw te rangschikken, kun je intuïtief zoeken naar interessante composities. Je denkt in vlakken, in overlappingen, in contrast – precies wat je nodig hebt voor ruimtelijk werk. Of neem het werken met klei. Zelfs met een beetje zelfhardende klei of speksteenwas kun je oefenen in het opbouwen van vormen. Het gebruik van klei leert je hoe massa zich gedraagt. Je ontwikkelt een gevoel voor binnen- en buitenvorm, voor spanning in lijnen en evenwicht.
En voor wie liever beschrijft dan tekent, zijn visuele notities een waardevol alternatief. Door woorden te geven aan wat je ziet, bijvoorbeeld “lange verticale lijn met bolle onderzijde” of “holte aan de rechterkant die in een punt uitloopt”, dwing je jezelf om nauwkeurig te observeren.
Oefenen met schetsen Op een gegeven moment wil je misschien tóch beginnen met schetsen. Dan is het belangrijk om te onthouden: het gaat niet om het eindresultaat, maar om het proces. Schetsen is geen kunstwerk maken. Het is een manier van denken, voelen, zoeken. Fouten horen daarbij, net als slordigheid en twijfel. Begin bijvoorbeeld met contourtekeningen. Dit zijn snelle, losse tekeningen waarin je alleen de buitenste lijnen van een vorm vastlegt. Je volgt met je potlood wat je oog ziet, zonder te corrigeren. Deze techniek helpt je om te focussen op de vorm in plaats van op perfectie. Laat het een oefening in aandacht zijn, niet in prestatie. Een andere ingang is om groot te beginnen. Zet eerst de globale vormen op papier, en werk daarna steeds meer in detail. Zo ontstaat er structuur, en hoef je niet direct in het diepe te springen. Je kunt jezelf ook uitdagen door heel snel te schetsen, bijvoorbeeld door een timer te zetten op één of twee minuten. Deze beperkte tijd dwingt je om losser te werken en intuïtiever te reageren op wat je ziet. De resultaten hoeven niet mooi te zijn; ze zijn waardevol omdat ze eerlijk zijn, direct uit je waarneming of gevoel. |
Schetsen als startpunt voor je beeld
Schetsen is niet alleen een oefening; het is de eerste stap naar een beeld. Het helpt je om te onderzoeken wat je wil maken, om te voelen wat werkt en wat nog niet klopt. In die schetsen, hoe ruw ook, ligt de kern van je uiteindelijke vorm besloten. Of je nu werkt met lijnen, woorden, klei of digitale tools – het gaat erom dat je begint. Dat je je idee serieus neemt, en durft te zoeken naar een vorm die daarbij past.
Wil je je in dit proces verdiepen? In de workshop Schets naar Beeld begeleidt Simone van Olst je door het voortraject van het beeldhouwen. Je onderzoekt, experimenteert en leert schetsen als een ruimtelijke taal te gebruiken, zonder oordeel, maar met aandacht. Want schetsen is geen toets – het is een ingang.