Ik ben Simone van Olst, en vandaag, in deze editie van dingen die mij inspireren, wil ik het niet hebben over een boek, maar over een materiaal dat mijn hart als steenbeeldhouwer sneller doet kloppen: de oranje seleniet uit Marokko. Er zijn van die momenten dat je als kunstenaar een materiaal tegenkomt dat je direct raakt, dat een snaar beroert, dat nieuwe mogelijkheden en een stroom van ideeën teweegbrengt. Voor mij is deze specifieke seleniet zo'n openbaring.
Sindsdien heeft deze Marokkaanse oranje seleniet een speciale plek in mijn atelier in Leiden, en in mijn hart. Het is een steen die een heel andere benadering vraagt dan veel andere materialen, en juist dat maakt hem zo boeiend. Het is een uitnodiging tot zachtheid, tot verfijning, en tot het spelen met licht op een manier die stenen als deze, en ook albast, zo uniek maken.
Wat maakt deze oranje seleniet nu zo bijzonder? Voor wie seleniet niet direct kent: het is een kristallijne vorm van gips. De meeste mensen kennen misschien de witte, satijnachtige variant, die soms in staafvormige kristallen wordt gevonden en bekend staat om zijn bijna etherische lichtval. De oranje variant uit Marokko dankt zijn warme kleur waarschijnlijk aan de aanwezigheid van andere mineralen, zoals ijzeroxiden, die tijdens de kristalvorming zijn ingesloten.
En die kleur… het is geen hard, schreeuwerig oranje, maar een palet dat varieert van zacht abrikoos en perzik tot dieper, warmer terracotta en soms zelfs met een hint van roze. Het doet denken aan de warme gloed van de ondergaande zon, aan de kleuren van woestijnzand bij schemering, aan de aardse tinten van Marokkaanse specerijen. Het is een kleur die direct warmte en positiviteit oproept.
| Maar het is niet alleen de kleur die deze steen zo speciaal maakt. Het is ook zijn translucentie. Oranje seleniet is zelden volledig opaak; het laat licht door op een zachte, diffuse manier, vergelijkbaar met hoe albast dat kan doen, zij het met een eigen karakter. Als je een stuk tegen het licht houdt, of er een lampje achter plaatst, lijkt de steen van binnenuit te gloeien. Het licht wordt gefilterd, verzacht, en krijgt die warme, oranje tint mee. Dit geeft de steen een levendigheid, een innerlijk vuur, dat ik in weinig andere materialen zo direct ervaar. De kristallijne structuur, vaak zichtbaar als fijne, parallelle vezels of lamellen, speelt ook mee in hoe het licht wordt gebroken en weerkaatst. En dan is er nog de textuur en hardheid. Seleniet is een extreem zachte steensoort, met een hardheid van slechts 2 op de schaal van Mohs. Dat betekent dat je het met je vingernagel kunt krassen! Het voelt bijna wasachtig of zeepachtig aan, zacht en glad. Dit is natuurlijk een wereld van verschil met bijvoorbeeld de hardheid van graniet, maar het brengt het juist dichter bij de zachtheid die ik zo waardeer in materialen als albast. Die zachtheid maakt het enerzijds kwetsbaar, maar biedt anderzijds unieke mogelijkheden voor de bewerking. |
Het bewerken van oranje seleniet is een heel andere ervaring dan het te lijf gaan van een blok van de meeste andere, hardere steensoorten. Het vraagt om een andere mindset, een andere aanraking, een ander soort gereedschap.
- Een zachte hand. Kracht is hier niet het sleutelwoord, maar juist finesse en geduld. Je werkt niet met zware mokers en puntbeitels, maar eerder met fijnere, scherpere instrumenten: speciale messen, gutsjes (ja, ook hier, maar dan met een heel andere intentie!), fijne raspen, en al snel kom je bij schuurpapier in allerlei gradaties. Het is een techniek die veel precisie en gevoel vereist, vergelijkbaar met het bewerken van een zachte albast, waarbij elke beweging telt. Soms voelt het meer als boetseren dan als hakken, alsof je de vorm uit een blok harde was of zeep snijdt en schaaft.
- De uitdaging van de structuur (engelengeduld vereist!). Hoewel seleniet zacht is, betekent dat zeker niet dat het een ‘snelle’ of makkelijke steen is om te bewerken. Integendeel! Deze prachtige oranje variant, die soms liefkozend ‘engelensteen’ wordt genoemd, vraagt om waar engelengeduld. Dit komt door zijn specifieke ‘naaldjesstructuur’, de vezelige opbouw van de kristallen. Deze structuur maakt de steen vrij stug en soms zelfs een beetje broos of splinterig als je niet oplet. Je kunt niet zomaar in elke richting materiaal weghalen. Je moet goed kijken hoe de ‘draad’ van de steen loopt en je techniek daarop aanpassen. Het voorzichtig en met veel beleid bewerken van seleniet kan daardoor vaak juist langer duren dan het werken met een meer homogene zachte steensoort zoals albast, waar je vaak vloeiender doorheen kunt werken. Bij seleniet is elke beweging een kwestie van aftasten en met de structuur meewerken om te voorkomen dat er ongewenste stukjes afbreken of dat het oppervlak ‘rafelig’ wordt.
- Kwetsbaarheid als uitdaging en kwaliteit. De zachtheid en de specifieke structuur betekenen ook dat seleniet kwetsbaar is voor krassen, stoten en zelfs water (gips lost immers op in water, dus buitenbeelden zijn geen optie). Dit vraagt om een zorgvuldige omgang, zowel tijdens het bewerken als bij de uiteindelijke presentatie van het werk. Maar die kwetsbaarheid is ook een deel van zijn charme. Het dwingt je om met aandacht en respect te werken, en het resulterende beeld draagt die inherente teerheid en de sporen van die geduldige arbeid in zich.
- De steen als gids. Meer nog dan bij vele andere stenen, heb ik bij seleniet het gevoel dat de steen zelf me vaak de weg wijst. De manier waarop de kristalstructuur loopt, de subtiele kleurvariaties, de natuurlijke breuklijnen – ze lijken soms al een bepaalde vorm of richting te suggereren. Het is een kwestie van goed kijken, voelen, en je laten leiden door wat het materiaal je aanbiedt. De vormen die ontstaan zijn dan ook vaak organisch, vloeiend, zacht en afgerond, perfect passend bij het karakter van de steen, net zoals de vormen die zich zo mooi laten onthullen in mijn geliefde albast.
| De innerlijke gloed: Licht en translucentie als actieve vormgevers Een van de meest magische aspecten van oranje seleniet is, zoals gezegd, de manier waarop het met licht speelt. Die innerlijke gloed, die warme, diffuse lichtdoorlatendheid, maakt het een ideaal materiaal voor sculpturen die bedoeld zijn om met licht te interageren.
|
Voor mij persoonlijk roept deze oranje seleniet uit Marokko een heel specifiek gevoel op. Het is een steen die warmte, zachtheid en een soort kalme, positieve energie uitstraalt. De kleur doet me denken aan de zon, aan levenskracht, aan creativiteit. De zachtheid van het materiaal, ondanks zijn bewerkelijke structuur, nodigt uit tot een tedere benadering, tot een meer ingetogen en verfijnde vorm van expressie.
- Een tegenwicht. In een wereld die vaak hard en veeleisend is, en in een ambacht als steenbeeldhouwen dat soms veel fysieke kracht vergt, biedt het werken met seleniet een soort tegenwicht. Het is een moment van verstilling, van zachte focus, vergelijkbaar met de contemplatieve ervaring van het werken met albast.
- Vormen van troost en hoop. De vormen die uit deze steen ontstaan, hebben vaak iets troostrijks, iets hoopvols. Misschien komt het door die warme gloed, of door de organische, bijna aaibare vormen die het materiaal, ondanks zijn stugheid, zo vanzelfsprekend lijkt aan te nemen als je er met geduld mee werkt.
- De schoonheid van imperfectie en vergankelijkheid. De kwetsbaarheid van seleniet herinnert me ook aan de schoonheid van het imperfecte en het vergankelijke. Het is geen materiaal dat gemaakt is om de elementen eeuwenlang te trotseren zoals sommige hardere steensoorten. Het vraagt om zorg en aandacht, en juist daarin schuilt een deel van zijn charme. Het leert ons om het moment te waarderen, om de delicate schoonheid te koesteren.
| De uitdaging van zachtheid in een wereld van vele materialen Natuurlijk, seleniet is geen materiaal voor elk project. Zijn zachtheid en kwetsbaarheid stellen duidelijke grenzen aan wat je ermee kunt doen, zeker qua formaat en plaatsing (buiten is, zoals gezegd, geen optie). Maar dat is juist het mooie van het beeldhouwersvak: de diversiteit aan materialen, elk met zijn eigen karakter, zijn eigen uitdagingen en zijn eigen unieke expressieve mogelijkheden. Het gaat erom als kunstenaar de juiste ‘stem’ te vinden voor je idee, en soms is dat de zachte, warme stem van seleniet, en soms de heldere, sonore klank van albast. Het is de kunst om voor elk idee, voor elke intentie, het juiste materiaal te kiezen. Soms vraagt een concept om de robuustheid van een hardere steensoort. Soms om de klassieke elegantie van marmer. En soms, als je op zoek bent naar zachtheid, naar een innerlijke gloed, naar een vorm die warmte en positiviteit uitstraalt, en je bent bereid de uitdaging van zijn unieke structuur aan te gaan, dan is die prachtige oranje seleniet uit Marokko misschien wel precies de steen die jouw verhaal wil vertellen. |
| Conclusie: De stille gloed van een bijzondere steen De oranje seleniet uit Marokko is voor mij meer dan zomaar een steensoort. Het is een bron van vreugde, een uitnodiging tot zachtheid en geduld, en een constante herinnering aan de subtiele, vaak over het hoofd geziene schoonheid die in de natuur verborgen ligt. Het is een steen die je met andere ogen laat kijken naar licht, naar kleur, naar textuur. Het is, in al zijn bescheiden zachtheid en zijn ietwat weerbarstige karakter, een materiaal met een grote, warme ziel. Ik hoop dat deze ode aan de oranje seleniet je heeft geïnspireerd om zelf ook open te staan voor de unieke kwaliteiten van misschien minder voor de hand liggende materialen in jouw eigen creatieve praktijk. Soms zijn het juist die zachte fluisteringen, die subtiele gloed, zoals die van seleniet of mijn geliefde albast, die de diepste indruk achterlaten, juist omdat je er met zoveel aandacht en engelengeduld aan hebt moeten werken. |
Simone van Olst
Beeldhouwatelier Simone van Olst, Leiden


RSS Feed